Delen
© Hidden Champion
Om maar met de deur in huis te vallen: vrachtwagenchauffeurs hebben een van de slechtste cao’s van Nederland, stelt Antvelink resoluut vast. Het uurloon is matig, het is onregelmatig werk, chauffeurs zijn lang van huis. Dat is ook een doorn in het oog van de vakbonden. “Wij vinden dat op zich niet erg, voor nu, want iedere euro die we besparen, kunnen we weer steken in een nieuwe vrachtwagen bijvoorbeeld. Maar richting de toekomst is het een doodlopende weg, zo’n slechte cao.”
“Het zijn ook geen ongeschoolde mensen natuurlijk, dus je kunt ze niet zomaar overal vandaan halen. Om chauffeur te worden heb je echt een gedegen opleiding nodig; je rijdt met een levensgevaarlijk voertuig.” Wat Antvelink ziet in de sector is een verschraling van het aanbod aan goed personeel. En een toenemende vergrijzing. Met zijn bedrijf Nedcargo heeft hij er minder last van. “Ik heb een groot bedrijf, ik kan mijn mensen meer betalen en ik bied ze wat extraatjes. Bij mij zijn ze wel iedere avond thuis bijvoorbeeld. Maar voor de kleinere spelers in de markt, daarvoor wordt het steeds lastiger. Die moeten concurreren met buitenlandse chauffeurs, met Polen en Tsjechen.
Het zijn vooral de kleinere all round bedrijven, veelal internationaal opererend, die een verbetering van de cao tegenhouden, ziet de oprichter van Nedcargo: “Omdat ze failliet gaan als ze hun mensen meer moeten betalen. Maar dat moet een keer doorbroken worden de komende tien jaar, want anders zijn er geen chauffeurs meer.”
Concluderend stelt Antvelink: “In onze sector is geen plek meer voor kleine all round spelers. Die worden de markt uit gedrukt. Ze zullen moeten kiezen. Of ze moeten zich specialiseren, want voor echte specialisten blijft nog wel ruimte. Of aansluiten bij een grote club, dat is het meest logische.” En ja, uiteindelijk zullen eindklanten en verladers meer gaan betalen voor transport. De groei van de kosten overstijgt de komende jaren nog wel de efficiëntiewinst door schaalvergroting.
De schaalvergroting van transportbedrijven houdt vooral verband met het arbeidsvraagstuk. Maar ook andere toekomstige ontwikkelingen in de transportsector zorgen ervoor dat er weinig kansen zijn voor de kleinere transportbedrijven.
Neem digitalisering, iedereen moet daar aan, vindt de oprichter van Nedcargo. “We zijn ermee bezig. Het kan nog sneller. Bijvoorbeeld realtime monitoren van transportstromen, dat gebeurt nog te weinig. Maar dat gaat komen.” Nedcargo is geen koploper, eerder een early adapter, beweert Antvelink. “Als je iedereen z’n gang laat gaan, dan worden we een IT-bedrijf. Alleen de hele grote, PostNL en DHL bijvoorbeeld, die kunnen nog wel eens zelf digitale innovaties ontwikkelen.”
“Wij hebben nog steeds papierwerk. Voor grote klanten niet, die worden er gek van. Daarom maken we voor die klanten afspraken om de logistieke stromen helemaal te digitaliseren, zodat er geen bonnetje meer aan te pas komt. Maar een eenvoudige leverancier van barbecues uit Tsjechië, die wil gewoon nog een bonnetje hoor.” Antvelink verwacht dat schaalvergroting de digitalisering in de sector bevordert.
Bij de digitalisering van de sector is veiligheid een cruciaal onderwerp. Klanten van Nedcargo stellen hoge eisen aan cybersecurity. Antvelink noemt een voorbeeld: “Want als wij worden getroffen door een digitale storing en we kunnen de ketchup uit de fabriek niet ophalen, dan moet de klant z’n fabriek stilzetten. Die risico’s wil hij afdekken natuurlijk. Daar betalen wij voor natuurlijk.”
Duurzaamheid is eveneens een trend die hand in hand gaat met schaalvergroting. Antvelink noemt de harde cijfers: “Wij zijn met onze sector verantwoordelijk voor 18% van de CO2-uitstoot in Nederland. En een nog groter deel van de fijnstof-uitstoot. Er moet wat gaan veranderen. Dat begint met het fijnmazige vervoer, de logistiek in de stad; de fietsen, de kleine bestelbusjes. En daarna pas de vrachtauto’s. Daar zit wel focus op, vanuit gemeenten die binnensteden willen verduurzamen, vanuit fabrikanten van vervoersmiddelen en vanuit energieleveranciers.”
Toch is verduurzamen niet gemakkelijk. Antvelink rekent voor dat een gemiddeld transportbedrijf tussen de 2% en 5% winst maakt. “Dat betekent dat je ongeveer 1% procent aan duurzaamheid kunt uitgeven. Dus van 100 vrachtwagens in je wagenpark kun je er eentje duurzaam maken”, vertelt Diederik Antvelink. Verladers willen hun transportstromen wel verduurzamen, maar nog niet in hevige mate en ook nog niet tegen een hogere prijs. “Maar als duurzaamheidseisen eenmaal worden gesteld, dan zijn die wel blijvend. Dat gaat nooit meer terug.” Voor Nedcargo, dat vooral werkt voor de levensmiddelensector, is duurzaamheid een belangrijk onderwerp, waar het bedrijf ook op beoordeeld en ge- audit wordt.
Diederik Antvelink ziet transportbedrijven steeds groter worden. Maar aan de andere kant verwacht hij schaalverkleining van transportstromen, kortere supply chains. “Door de coronacrisis hoop ik dat mensen zich realiseren dat we allerlei spullen de wereld over slepen, terwijl we ze misschien helemaal niet nodig hebben. Of dat we ze ook in de buurt kunnen produceren.” Hij verwacht op termijn minder transport, en duurder transport. “En dat sommige producten die bij de Action in de schappen liggen, niet meer zo aantrekkelijk zijn. Hopelijk temt dat besef onze neiging tot overconsumptie. Voor mijn zaak misschien niet zo goed, maar voor de wereld beter.”
Daarover gesproken, hoe Nedcargo er in 2030 uitziet? “Dat zal ik vertellen, dan zijn we tien keer zo groot. Of we bestaan niet meer. Eén van de twee.” Welke kant het op gaat, heeft te maken met hoe de schaalvergroting in zijn sector zich voltrekt.